Aandachtsoefening stap 2

De ademhaling is het anker waarnaar we terugkeren als we afgedwaald zijn in gedachten. We volgen de ademhaling in zijn doorstromende aard en zetten de adem dus niet vast. Wanneer we dit een aantal minuten hebben gedaan, hebben we onszelf ‘iets te doen’ gegeven. De zoekende en rusteloze geest zoekt de hele dag door naar ankerpunten; gedachten in de vorm van herinneringen, onaffe gebeurtenissen en in de vorm van toekomstbeelden, nabij of veraf. Soms vergezeld en vaak doordrenkt van een zekere mate van spanning. Door de focus op de ademhaling te richten ben je op dat moment maar met 1 ding bezig. Ademhalen.

De focus op de ademhaling richten gaat vaak na een aantal minuten benauwd aanvoelen. Te krap , te beperkt. Het is tijd om de focus los te laten en te ervaren wat er gebeurt na deze inspanning. Wanneer de focus op de adem los wordt gelaten ontspannen we onze aandacht en richten we haar niet op iets in het bijzonder. Op dit punt kan je er voor kiezen om je ogen open te doen en je blik op de grond voor je te laten rusten. Hierbij maak je niet zozeer een scherp beeld met je ogen, maar staart je als het ware naar de grond (ongeveer 1 á 1,5 meter voor je). De ademhaling is niet volledig uit ons bewustzijn. Onze adem is diep, vrij en stromend.

Sta jezelf toe om met elke uitademing je bewustzijnsveld te vergroten. Stel jezelf voor dat met elke uitademing er meer ruimte om je heen ontstaat. Een ruimte waarin alles kan bestaan en van zichzelf is. Niets hoeft aangeraakt te worden met jouw aandacht. Alles is er en alles is met zichzelf. Zintuiglijke waarnemingen, innerlijke waarnemingen, objecten en andere mensen. De ruimte van jouw bewustzijnsveld bevindt zich volkomen in jou en om je heen. Ze gaat voorbij de fysieke beperkingen van de ruimte waarin je zit. Wanneer je even in gedachten was, keer je kort terug naar de ademhaling. Een aantal ademhalingen richt je de focus van je aandacht weer op dit doorgaande principe en laat je daarna de focus weer los.
Sta je jezelf toe om weer uit te dijen in de ruimte die je bent. Je geest zal zich snel proberen vast te grijpen aan allerlei zaken die het houvast geeft. Voor een ongetrainde geest is verwijlen in houvastloosheid een angstige aangelegenheid. Niets doen, blijkt lastiger dan gedacht! Het gebeurt vaak dat de geest zich in eerste instantie kan toegeven aan het uitdijen en rusten in aanwezigheid. Echter vaak schiet na verloop van tijd de focus hard terug en ben je voor je gevoel er helemaal uit. Dit is normaal. Wanneer we niet georiënteerd zijn op zaken die ons bevestigen in wie wij zijn en die ons vorm geven in onze identiteit, komt er vaak een angst de hoek om kijken die ons terugbrengt naar wie we denken te zijn. De ervaren ruimte en stilte is weg en we zijn weer teruggezet in onze dagelijkse bekende zelf.

Je mentale houding is hier cruciaal. Wees liefdevol en begripvol naar jezelf. Begrijp dat je iets doet wat anders is dan je gewend bent en vertrouw er op dat het niet om het resultaat gaat, maar om de intentie waarmee je dit doet.

Vraag: Waarom trainen we onszelf in het “verwijlen in houvastloosheid”?

Omdat we keuzes willen maken die goed voor ons zijn en daarmee ook goed voor de ander. Als we met onze neus tegen een boom aanstaan, zie we de boom niet meer en is ons zicht geblokkeerd. Door afstand te nemen, door een stapje terug te doen krijgen we een beter zicht op onze motieven, onze overtuigingen, onze gevoelens en daarmee ook op oplossingen die vrijer zijn dan we daarvoor konden zien.

Zonder houvast zijn trainen we om minder reactief te worden naar onze impulsen, belangen, emoties, angsten, verwachtingen en gedachten. We gaan van reactief naar creatief. We creëren ruimte voor nieuwe ideeën, keuzes en ingevingen. Hierdoor kunnen we leren om te vertrouwen op ons gevoel, intuïtie en wijsheid.

Opdracht: Beoefen elke dag je zit-meditatie voor ongeveer 10 minuten. Gebruik de stappen: ·

5 minuten rekken en strekken met alle aandacht op je lijf en met een vrije ruime ademhaling.
Zit comfortabel maar alert op je kussentje of stoel.
·
Sluit je ogen en breng je aandacht naar binnen.
Volg met aandacht je ademhaling (2 min.)
·
Laat de focus op je ademhaling los, richt je aandacht niet op iets in het bijzonder.
Eventueel open je je ogen, laat je blik rusten op de grond
·
Met elke uitademing dijt je bewustzijnsveld verder uit. Alles kan hierin bestaan, neem alles hierin op. ·
Wees liefdevol naar jezelf als je afgeleid wordt.
Keer terug naar de ademhaling en herhaal de stappen.
·
Rond de beoefening af.